Ik heb van kleins af aan altijd al iets gehad met mannenmode; in mijn kleuterschooljaren heette dat nog jongenskleding. Ik was een jaar of 4 toen ik besloot dat ik alleen maar jongenskleding aan wilde. De kleding van mijn broers vond ik gewoon leuker. En het kapsel van mijn vader besloot ik er ook maar bij te nemen. Als klein kleutertje denk je zwart-wit. Het is het een of het ander. En alles is mogelijk. Jongenskleding had voor mij zoveel impact, dat ik toen écht dacht dat ik een jongetje was.
M’n broer en ik in ’88. M’n moeders Ray-Ban’s wilde ik al te graag opdoen.
Jas: Van m’n broer
Broek: Gemaakt door mams
Ray-Ban’s: Mams
Tegenwoordig voel ik me nog altijd het prettigst in kleding-die-gemaakt-zijn-voor-mannen-maar-die-sommige-vrouwen-niet-misstaan-al-zeg-ik-dat-zelf. Ik denk dat het te maken heeft met herkenning, met mijn identiteit, en niet zozeer met het erbij willen horen. Het is grappig om te bedenken dat ik dat als kleuter al wist.
Het ranke mannenlichaam vind ik mooi om naar te kijken. Het is interessant om te zien hoe kleding daarop of erom gevormd kan worden. De silhouet van het mannenlichaam vind ik de perfecte basis voor kleding. Mannenmode is verslavend. Ik let bij elke man op wanneer zijn styling af is of wanneer het net niet klopt. Zijn kapsel en attitude horen daar ook bij. Evenals het gezicht, maar al deze spannende man stuff zul je nog vaak voorbij zien komen op mijn blog.
His appeal is unsurpassed
It is just TOO COOL TO DIE